Ook voor de beste leerling van de klas is een vlekkeloos rapport moeilijk

 

Eind januari verschenen in de media een aantal artikels over een T-shirtcollectie die gelanceerd werd door de Spice Girls. Van de T-shirts van 22 euro zou 13 euro naar het goede doel gaan. Uit onderzoek van The Guardian bleek dat de T-shirts gemaakt werden door jonge, vaak onderbetaalde meisjes in Bangladesh.  Het Belgische kledingbedrijf Stanley/Stella liet de T-shirts maken. Vreemd, want Stanley/Stella zit in de hoogste categorie bij de Fair Wear Foundation, een organisatie die kledingbedrijven begeleidt bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in hun keten.

 

De bevindingen van de journalisten van The Guardian tonen vooral opnieuw aan dat de kledingsector een sector is waar de risico’s op slechte arbeidsomstandigheden groot blijven. Dit is niet nieuw, en het blijft belangrijk dat onderzoeksjournalisten, vakbonden en ngo’s dit soort wantoestanden publiek maken. Dat de mistoestanden in de kledingsector zo hardnekkig zijn, komt door het business model van de sector. Kledingmerken houden zich alleen bezig met het ontwerp en de verkoop van kleding, en hebben de rest uitbesteed aan leveranciers in lage loonlanden. Die leveranciers worden onder druk gezet en tegen elkaar uitgespeeld om zo snel mogelijk en zo goedkoop mogelijk te produceren. Ook de regeringen van productielanden gaan met elkaar in competitie om zoveel mogelijk investeringen aan te trekken. Respect voor arbeidsrechten hoort daar doorgaans niet bij. 

 

De Fair Wear Foundation zou er toch voor moeten zorgen dat dit niet kan gebeuren?


Stanley/Stella is lid van de Fair Wear Foundation. De Fair Wear Foundation is een multi-stakeholder initiatief, een initiatief dus waarbij niet alleen bedrijven maar ook vakbonden en ngo’s betrokken zijn.
De Fair Wear Foundation begeleidt bedrijven bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in hun keten. Bedrijven die aangesloten zijn bij FWF moeten aan ‘ketenzorg’ doen: hun keten in kaart brengen, risico’s identificeren en actieplannen opmaken. FWF verzamelt vervolgens op 3 manieren informatie: via een klachtenmechanisme voor werknemers, via audits en door het beleid van het merk zelf onder de loep te nemen. Anders dan bij andere controle-initiatieven, legt FWF de verantwoordelijkheid immers niet alleen bij de leverancier, maar ook bij het kledingmerk. Dat moet ervoor zorgen dat het aankoopbeleid geen schendingen in de hand werkt. Bijvoorbeeld door bestellingen te laat te plaatsen, veel te weinig te betalen voor producten enz.
Maar ook FWF biedt geen 100% garantie. Dat kan niet in een ‘zieke’ sector. Daarom blijft onderzoek en druk nodig, op FWF zelf én op de kledingmerken die er lid zijn. Ook als ze zogenaamd behoren tot de beste van de klas. 

 

Kan je beter geen kleren kopen ‘made in Bangladesh’?


Ethisch produceren in Bangladesh kan, maar dan moet het kledingmerk wel bereid zijn om mee te betalen voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Want de loonkost ligt laag, maar de kost om mistoestanden te voorkomen ligt hoog. Net omwille van de extreem lage minimumlonen, de slechte toestand van sommige fabrieken en de gebrekkige bescherming voor werknemers die zich willen organiseren.
Bovendien bieden andere productielanden geen garantie op ‘schone’ kleren. Ook in Cambodja, India of Myanmar zijn gelijkaardige mistoestanden gevonden. En zelfs in EU lidstaten als Roemenië en Bulgarije liggen de lonen in de sector vér onder het minimumloon en worden werknemers gedwongen om overuren te doen. 

 

Wat moet er gebeuren om de sector duurzaam te maken?


Vrijwillige initiatieven slagen er onvoldoende in om de arbeidsomstandigheden in de sector écht te verbeteren. Daarom moet de overheid er via wetgeving voor zorgen dat kledingbedrijven verplicht worden om aan ‘ketenzorg’ te doen en daarover te rapporteren. Slachtoffers van mistoestanden zouden ook klacht moeten kunnen indienen bij een rechtbank. Op die manier creëert de regering ook  een ‘gelijk speelveld’, waarbij bedrijven die zich niets aantrekken van mensenrechten geen concurrentieel voordeel meer hebben. Want dat is nu helaas wél het geval.