“Als je een T-shirt koopt dat made in Bangladesh is, stel dan vragen.”

“Als consument kan je echt iets in gang zetten!”

Kalpona Akter werkte zich op van ontslagen kledingarbeidster naar medeoprichtster en topvrouw bij vakorganisatie Bangladesh Centre for Worker Solidarity. ‘Ook jij als consument kunt het verschil maken’, zegt ze.

 

Hoe oud was je toen je in de kledingsector aan de slag ging?

Kalpona Akter:“Amper 12 jaar oud. Samen met mijn broertje van 10 stond ik in voor de broodwinning van een gezin van zeven. Ik werkte 400 uur per maand voor een loon van 5 euro. Wist ik veel wat mijn rechten waren, wat een minimumloon is, dat misbruik strafbaar is. Neerzitten tijdens mijn shift zat er niet in: als stoffenverknipster moest ik de hele dag blijven rechtstaan. Een minuutje rusten op een stoel betekende dat ik geslagen of geschopt zou worden. En ik vond dat normaal.”

Was jouw fabriek even onveilig als het Rana Plazacomplex?

Kalpona Akter:“De fabriek was zeker niet veilig. Er is eens een brand uitgebroken op de vijfde verdieping van het complex. Zelf werkten we op de derde verdieping, de productievloer. Onze manager zei dat de brand wel niet zou afzakken tot daar. Hij sloot ons op en gebood ons verder te werken. Twee uur lang jammerden we, tot uiteindelijk de deuren geopend werden. Met slechts één trappenhal in het volledige gebouw, was het vechten om snel beneden te geraken. Velen geraakten gewond, gelukkig liet niemand het leven.”

Heeft de vakbond opgetreden na die brand?

Kalpona Akter:“In mijn fabriek was er geen vakbond actief. We kenden dat woord zelfs niet! Na twee jaar werken op de productievloer brak wel een staking uit. Het management kondigde aan dat we nog minder zouden verdienen voor overuren, en we kregen nu al zo weinig. Daar konden ze niet mee wegkomen, vonden we. Ik deed mee, als enige vrouw samen met 92 mannen. De aankondiging kwam net voor het Suikerfeest en ik was van plan om met mijn extra geld nieuwe kleren te kopen voor mijn jongere broers en zussen. Ik was het aan hen verschuldigd om mee te staken. De fabriekseigenaars reageerden repressief op de staking. De maand nadien kregen we minder betaald. En de arbeiders die het voortouw hadden genomen, werden één voor één ontslagen. Een van mijn ontslagen collega’s ging op zoek naar een organisatie die hem kon helpen. Hij kwam terecht bij een soort van solidariteitscentrum, zoals BCWS, waar trainingen georganiseerd werden over arbeidsrecht en vakbonden. Daar leerde hij dat hij zijn voormalige bazen voor de rechtbank kon dagen. Ik reageerde zo verbaasd dat hij me aanraadde om dezelfde cursus te gaan volgen. Vier uur training heb ik gevolgd. Meer was er niet nodig om mijn hele leven te veranderen. Daags nadien begon ik mezelf en mijn collega’s te verenigen.”

Die vakbond kwam er dus uiteindelijk toch?

Kalpona Akter:“Nee. Mijn aanvraag werd geweigerd en het management trad opnieuw hard op. Ik werd ontslagen, mijn naam kwam op de zwarte lijst terecht. Maar een andere vakbond heeft mij opgevist, ze zagen iets in mij en ik werd onderwijzer in arbeidsrecht. Daar ben ik nooit echt mee gestopt. Mij ontslaan was eigenlijk de slechtste beslissing die die fabriekseigenaar ooit genomen heeft. Mocht ik gebleven zijn, had ik maximaal 1500 mensen bijeen kunnen brengen in een vakbond. Nu verenig ik het hele land.’

Is er, vijf jaar na Rana Plaza, al meer vakbondsvrijheid in Bangladesh?

Kalpona Akter:‘Net als op andere vlakken moet er op vlak van vakbondsvrijheid nog veel veranderen. In Bangladesh werken 4 miljoen mensen in de kledingindustrie. Nog geen tien procent van die 4 miljoen zijn gesyndiceerd. Ik denk dat het zelfs niet één procent is. Er zijn heel veel vakbonden actief, maar niet elke vakbond doet zijn werk even goed. Slechts een achttal vakbonden hebben de mogelijkheid om arbeiders echt te verenigen. Dat is niet veel.’

Hoe kunnen wij in het westen, als activisten en consumenten, ons steentje bijdragen?

Kalpona Akter:“Als je een T-shirt koopt dat made in Bangladeshis, stel dan vragen aan de kassa. Wie heeft dit kledingstuk gemaakt? Hoeveel kreeg die arbeidster daarvoor? Waar komt zij vandaan? Is de fabriek veiliger dan vijf jaar geleden? Hoe meer vragen er komen, hoe meer die zullen doorsijpelen naar de hoofdkantoren van de merken. En zo kun je als consument echt iets in gang zetten.”

 

Wil jij net als Kalpona strijden voor kledingarbeiders? Teken nu voor cleane kleren en kijk bij Doe Mee om nog meer actie te ondernemen. 

 

(c) Interview: Sarah Vandoorne